Onserfdeel.be
MARK INSINGEL , iets, Poëzïccentrum, Gent, 2007, 27 p.
Krols recentste dichtbundel, 't Komt
allemaal
MARK INSIKGEL , Niets,
Poë ziecentrum. Gent, 2005, 27 p.
goed uit 2005, besluit met de cyclus
Transfiguratie.
Het gedicht
Morbus Parkinsonii begint met de regel
"De onzekerheid van de volgende stap" en beschrijft
(i)
T. VAN DEEL , "We maakten zulke mooie dingen",
vervolgens hoe moeilijk die stap is voor "de patiënt".
in:
Poëziekrant, jg. 24 (2000), nr. 1/2., pp.
36 -40.
Het besluit als volgt: "Welk been zet ik het eerst? Beide? Linke soep. Hoe / krijg ik dit voor elkaar." In
Duivelskermis gaat aan het relaas over hoofdpersoon
Albert, die in de loop van het verhaal aan Parldnson
[B]
"DUIVELSKERMiS":
blijkt te lijden, een "inleiding" van G.K. vooraf.
CERRIT KROL BEVECHT ZIJN DEMONEN
Die begint met de beschrijving van de volgende stap en de voorovervallende manier waarop deze patiënt
Een van de merkwaardigste romans die ik ooit heb
die zet. Deze typische beweging bracht Parkinson
gelezen is wel
The Unconsoled {1995) van Kazuo
rond 1900 op het spoor van de ziekte. Het gedicht
Ishiguro. Het romanverhaal is niet na te vertellen,
Morbus
Parkinsonii is vrijwel letterlijk in deze
maar dat is ook niet nodig. Het gaat i n het boek o m
de beweging van de plot en om het decor.
De rest ervan beschrijft de demonen die een
De roman begint met een pianist die een concert
patiënt ziet die het medicijn Levodopa gebruikt.
moet geven. Hij staat i n de lift van zijn hotel met een
Huiveringwekkend is de beschrijving van griezelige
oude ober, die zijn schoonvader blijkt te zijn. Kort
wezens waarvan de auteur weet dat ze niet bestaan,
daarna ziet hij onverwachts zijn vrouw en zoontje
maar die hij desondanks kan zien. De beschrijvingen
weer. De gebeurtenissen dienen zich aan alsof de
van de demonen in de kamer — zeker die van de
pianist geen geheugen heeft en pas bekende mensen
verteller Albert — doen ook denken aan William Blake.
en plaatsen herkent wanneer die zich als zodanig
Deze k o n middenin een gesprek i n een hoek van de
aandienen. Niets i n
The Unconsoled verloopt via de
kamer de reusachtige geest van een vlieg aanwijzen,
lijnen van de narratieve logica. Het meest lijkt het
die hij alleen zag en vervolgens schilderde.
boek op de beschrijving van een droom waarin
Het woord "duivelskermis" verwijst naar het
bekende personen en decors gaandeweg verschuiven.
meteorologisch fenomeen dat we! eens "kermis in de
Je merkt dat niet meteen, omdat die verschuivingen
hel" genoemd wordt: je regent nat terwijl je in het
heel geleidelijk verlopen en niet eens onwaarschijn-
volle, warme zonlicht staat. Dat overkomt Albert
lijk zijn. Geen weerzien van langgestorvenen alsof
geregeld. Er is geen eenheid van tijd en plaats meer
dat vanzelfsprekend is, geen wandelingen door de
in zijn bestaan. Is hij een speelbal van vrouwen en
omgeving van de jeugd met de gebouwen intact,
demonen of verzint hij ze? Alle verhalen die hij
geen vrije val die je als stripfiguur of als engel
over zichzelf verzint en die over h e m verteld worden,
overleeft.
The Unconsoled lijkt op een beschrijving
lijken even echt of onecht als de demonen die hij
van een sisyfusarbeid waarbij de steen niet alleen
om zich heen ziet en de rondborstige dames die
bovenaan de berg terugrolt, maar bovendien van
hij tegenkomt. In Maastricht, waar hij zijn geliefde
gedaante verandert, net als de stok die de gestrafte
Maria Dageraad zoekt, — aanvankelijk vergeefs en
Griek als gereedschap dient en de berg waarop hij
dan weer niet — wordt het "Trophé de Decolleté"
(sic) gehouden. Daaraan mogen alleen vrouwen met
Aan deze roman, en alleen aan deze, doet de
grote maten meedoen. Ook i n Krols roman
De ziekte
opmerkelijke nieuwe roman van Gerrit Krol,
van Middleton (1969) speelde een voorkeur voor zeer
Duivelskermis, denken. Krol had al eens een roman
grote borsten een rol. Behalve Maria komt Albert
geschreven die de lijnen van een ander boek volgde
diverse andere vrouwen tegen, van wie zijn hotel-
— Omhelzingen (1993) was gebaseerd op het toneel-
houdster Irmgard de belangrijkste is. Maar er is ook
stuk
Reigen van de Oostenrijker Arthur Schnitzler —,
een gravin met een gouden hart en een eivormige
maar dit boek is iets anders.
Duivelskermis is geheel
schoolvriendin met een villa. A a n hen wijdt Albert
meestal een gedicht of een fragment daarvan. Wie de
General Idea.
One year of AZT and one day of AZT, 1991, installatiezicht "Fin de Siècle", Toronto, Canada.
Trophé wint, vernemen we uiteindetijk niet: dat
gegeven is al spoedig verdrongen door andere
Zo pas, zei ik. Nog geen minuut geleden.
verhalen, bijvoorbeeld over een drielandenpunt dat
Dan kunnen ze niet ver weg zijn, zei hij.
Uiteindelijk wandelt Albert met Irmgard over de
heide en valt hij i n een gat. Zijn graf. Is Irmgard
Een vreemd gat. Een gat dat in principe,
dan een schikgodin? Hoe het ook zij, ik moest bij
zei hij een loxodroom zou volgen, een spiraal.
deze passage sterk denken aan het laatste gedicht uit
't Komt allemaal goed: Ontvallen. Ook hier valt iemand
Ik zei dat een zekere Poincaré als eerste
i n een gat dat zijn graf wordt, al is het geen Albert,
de spiraal van Fuchs en de hyperbolische
Als je de sleutel vindt, vind je het slot.
"Une anologie profonde", zei ik in het Frans.
Het gat dat hij groef was intussen dieper
begroef hij zijn gezicht i n z'n handen.
die vlieg gebleven was, of-ie nog leefde
In het zijne dreef een vlieg. H i j vroeg
was dicht. Ik zag en hoorde hem niet meer.
grootheden als Byron en Goethe, schrijvers met
wier werk hij zijn leven lang dweepte en die hij
Bob den U y l heeft een tijdje het middel Halcyon
aan zijn land- en tijdgenoten als lichtend voorbeeld
geslikt, waardoor hij hallucinaties kreeg die hij weer
presenteerde. Huet heeft zich met zijn kritische werk
als stof voor verhalen kon gebruiken. M e n denkt
— van de afrekening met Bilderdijk uit 1860 tot aan
bij de onderschatte auteur Den U y l aan ironische
de fameuze studie Het
land van Rembrand (1884) —
reisverhalen waarin alles misgaat, behalve de prachtige,
geschaard in de lange rij van "malcontenten" die de
onderkoelde stijl waarmee de verteller tegenvallers
Nederlandse literatuur rijk is, tussen zo uiteenlopende
en tegenstanders beschrijft, maar hij heeft ook een
figuren als Weyerman, Van Goens, Multatuli, Ter
aantal echte griezelverhalen gepubliceerd. Die verhalen
Braak en W F . Hermans. De kritiek op het bedroevende
putte hij — soms jaren later — uit de herinnering
niveau en het provinciale karakter van de Nederlandse
aan hallucinaties. Bij Krol is het intrigerende dat de
cultuur is een
Leitmotiv i n het werk van deze auteurs.
verhalen die voortspruiten uit de hallucinaties tot
H u n vooraanstaande plek i n de literatuurhistorische
zijn dagelijkse leven zijn gaan behoren. Je denkt
canon zegt, misschien nog wel meer dan over de
aan het Amerikaanse cliché
fighting your demons en
middelmatigheid van de Hollandse kunst, iets over
beseft dat Krol met
Duivelskermis niet alleen van een
een nationale voorliefde voor gejeremieer op niveau.
nood een deugd heeft weten te maken, maar ook een
Huets oeuvre maakt i n ieder geval duidelijk dat er
monument opgericht voor Parkinsonpatiënten.
ook i n de negentiende eeuw al smaakvol afscheid
Hoogst merkwaardig daarom dat de kleine roman
weinig aandacht kreeg, anders dan voor de ziekte
"Het is mijn uitgangspunt geweest Huets leven
te beschrijven vanuit de permanente wisselwerking tussen hem en zijn omgeving", schrijft Praamstra
in zijn beknopte inleiding. Deze benadering levert een voor een breed publiek toegankelijk boek op,
GERRIT KROI, Duivelskermis, Querido,
niet alleen over Huet maar ook over een belangrijk
Amsterdam, 2007,
9 6 p.
deel van de negentiende eeuw (ruwweg de periode
GERRIT KROL, 'X Komt allemaal goed, Querido,
tussen de Belgische opstand — i n zijn vroegste
jeugdherinnering herinnert Huet zich hoe hij i n
1831 als vierjarige kleuter met aan zijn pet "kleine
kokarden [.] van rood en zwart lint" hulde bracht
aan Van Speijk — en de doorbraak van Tachtig, de
[B]
PASSIE, HARTSTOCHT, AANSCHOUWELIJKHEID.
generatie jonge schrijvers die Huet postuum als
BIOGRAFIE VAN CONRAD BUSKEN HUET
geestverwant i n zou lijven). In chronologische
volgorde behandelt Praamstra fasen uit Huets
Het is niet meer dan een "daad van rechtvaardigheid"
leven: zijn jeugdjaren (de schooltijd i n D e n Haag
dat, drie jaar na de onvolprezen Multatulibiografie
en de wel zeer onbekommerde studietijd i n Leiden),
van Dik van der Meulen', n u ook het leven van
zijn predikantschap, de periode dat hij gevierd en
Multatuli's tijdgenoot Conrad Busken Huet vereeuwigd
gevreesd werd als criticus van
De Gids, zijn jour-
is. O l f Praamstra'
5 Busken Huet is een even
nalistieke loopbaan i n Nederlands-Indië en
indrukwekkende als omvangrijke studie geworden.
uiteindelijk zijn jaren i n Parijs, waar hij i n een
Huet, zelf een uitgesproken representant van de
betrekkelijke luwte actief was als fulltimeletter-
negentiende-eeuwse personalistische literatuur-
kundige en waar hij op 1 m e i 1886 i n het harnas
benadering, zou tevreden zijn geweest. Ook zijn
stierf, "met de pen i n de hand, een sigaret tussen
kracht lag immers i n breed opgezette portretten
de vingers en een blad papier voor zich, waarop hij
van literaire auteurs: Nederlandse reuzen als Jacob
net een nieuw artikel begonnen was". Terloops wordt
Cats en Willem Büderdijk, wier reputatie hij
de lezer door Praamstra ingewijd in het negentiende-
zozeer beschadigde dat hij al snel doorging voor
eeuwse schoolsysteem, i n het Leidse universitaire
"de Haarlemsche beul", maar ook buitenlandse
leven, in de ontwikkeling van de zogenaamde
Source: http://www.onserfdeel.be/frontend/files/userfiles/files/OE_2007_4_AHdenBoef_Krol(1)(1).pdf
Thaïlande AVANT LE VOYAGE VACCINATIONS Non recommandées mais obligatoires dans certaines conditions - Fièvre jaune: vaccination obligatoire (pas pour les passagers en transit d'aéroport) si provenance dans les 10 jours d'une zone d'endémie (aussi si transit d'aéroport dans cette zone) Recommandées pour tous - Diphtérie, Hépatite A, Tétanos - Rougeole: immunitÃ
488 F.3d 1377, *; 2007 U.S. App. LEXIS 11886, **; PFIZER, INC., Plaintiff-Appellee, v. APOTEX, INC. (formerly known as Tor- Pharm, Inc.) Defendant-Appellant. 2006-1261 UNITED STATES COURT OF APPEALS FOR THE FEDERAL CIRCUIT 488 F.3d 1377; 2007 U.S. App. LEXIS 11886; 82 U.S.P.Q.2D (BNA) 1852 May 21, 2007, Decided May 21, 2007, Filed PRIOR HISTORY: [**1] Appealed from
A |
B |
C |
D |
E |
F |
G |
H |
I |
J |
K |
L |
M |
N |
O |
P |
Q |
R |
S |
T |
U |
V |
W |
X |
Y |
Z |
0-9 |