Indicatiestel ing voor pal iatieve sedatie
H.W.M. (Marleen) van Casteren, Francis M. Mensink, Jeroen E.J. Fokke, Carel M.M. Veldhoven en Henriëtte l. Kodde
Dames en Heren,
Palliatieve sedatie is een medische behandeling in de
stervensfase bij ondraaglijke, onbehandelbare sympto-
men. In 2005 werd de KNMG-richtlijn ‘Palliatieve seda-
tie’ uitgebracht; in 2009 werd deze herzien om actuele
ontwikkelingen op te nemen en enkele knelpunten te
verduidelijken.1 In 2005 werd bij 8,2% van de stervende
patiënten palliatieve sedatie toegepast.2 De indicatiestel-
ling voor palliatieve sedatie blijkt in de praktijk complexer
dan de richtlijn doet vermoeden. Bij toepassing van seda-
tie voelt 14% van de artsen zich onder druk gezet, voor-
namelijk door patiënten en naasten.3 Van de vragen die
consultteams Palliatieve zorg voorgelegd krijgen, heeft
31% betrekking op palliatieve sedatie;4 de overige vragen
gaan vaak over specifieke klachten, medicatie of de orga-
nisatie van zorg rondom de patiënt. Aan de hand van
2 casussen bespreken we deze indicatiestelling. Patiënt A, een alleenwonende 75-jarige man die bekend
was met terminale COPD, gebruikte vanwege dyspneu
morfinedrank 20 mg 4-6 dd en fentanylpleister 25 μg/h.
Sinds enkele dagen was hij toenemend dyspnoïsch. Extra
doses morfine gaven onvoldoende verlichting. Vanwege
deze klacht besloot de huisarts te starten met intermit-
terende sedatie in de vorm van midazolam 1,5 mg/h
subcutaan ’s nachts, naast continue morfinetoediening
2 mg/h subcutaan. Hierdoor verdween de benauwdheid.
Patiënt at en dronk voldoende. Omdat patiënt niet meer
wakker wilde worden en het ondraaglijk vond om ’s
avonds telkens afscheid te nemen, werd de volgende dag
de intermitterende sedatie omgezet in continue sedatie.
Integraal Kankercentrum Nederland,
Patiënt kreeg nu morfine 2 mg/h subcutaan en midazo-
Ondersteuningspunt Palliatieve Zorg, Nijmegen.
lam 4 mg/h subcutaan, maar hierbij sliep hij niet con-
specialist ouderengeneeskunde (tevens: Stichting
De huisarts raadpleegde daarop het palliatief consult-
Kalorama, Hospice Bethlehem, Nijmegen);
team voor een medicatieadvies met het oog op palliatieve
F.M. Mensink, verpleegkundige (tevens: Zorggroep
sedatie. Dit team stelde echter vast dat niet was voldaan
Zuid Gelderland, specialistisch team, Nijmegen);
aan de criteria voor het toedienen van palliatieve conti-
drs. J.E.J. Fokke, arts (tevens: UMC St Radboud,
nue sedatie. Het symptoom dyspneu was niet ‘refractair’
Kenniscentrum Palliatieve Zorg, Nijmegen);
(zie figuur en uitleg onder het kopje ‘Beschouwing’) en de
levensverwachting was langer dan 1-2 weken. De huisarts
(tevens: Huisartsenpraktijk Berg en Dal);
zat echter al in een onomkeerbaar traject door toezeg-
gingen aan de patiënt en zijn familie. Omdat afbouwen
Contactpersoon: drs. H.W.M. van Casteren
van medicatie voor de patiënt en de huisarts niet accep-
tabel was, stemde het consultteam uiteindelijk in met de
ingeslagen weg en adviseerde om de dosering midazolam
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A3696
refractair. De dyspneu werd waarschijnlijk veroorzaakt
door longembolieën, waarvoor patiënt geen behandeling
meer wenste. De prognose werd op enkele dagen geschat.
Er werd gestart met palliatieve sedatie door midazolam
iedere 4 h met 50% te verhogen tot comfort bereikt was.
Intussen werd door de huisarts de SCEN-arts (SCEN
staat voor ‘steun en consultatie bij euthanasie in Neder-
land’) geconsulteerd vanwege een euthanasievraag.
2 dagen later kreeg patiënt morfine 2 mg/h en midazolam
6 mg/h, plus bovenstaande medicatie. Hij sliep veel, maar
was goed wekbaar. Patiënt gaf aan dat de dyspneu en pijn
op de achtergrond waren geraakt en dat hij geen eutha-
nasie meer wilde. 1 week later was patiënt nog steeds
comfortabel wat betreft dyspneu en pijn. Wel voelde hij
zich overdag suf. Het advies was nu om de midazolam-
dosering te verminderen naar 2 mg/h overdag en 4 mg/h
’s nachts. Morfine werd verlaagd naar 1 mg/h. Patiënt was
tevreden en was bezig afscheid te nemen. Hij at en rookte
figuuR Beoordeling of een symptoom refractair is voor de indicatiestelling
weer. De dyspneu kwam regelmatig terug en een subcu-
palliatieve sedatie bij patiënten in de stervensfase.
tane bolus met morfine 2,5 mg en midazolam 2,5 mg gaf
Nadat de midazolamdosering 2 weken constant was
gebleven op overdag 1 mg/h en ’s nachts 2,5 mg/h, kreeg
niet verder te verhogen, maar levomepromazine 12,5 mg patiënt hemoptoë met acute ernstige dyspneu en paniek.
1 dd subcutaan toe te voegen. Ook werd aangeraden met De verpleegkundige gaf de afgesproken dosering mida-
patiënt en familie te praten over het doel van sedatie, zolam 2,5 mg subcutaan en morfine 2,5 mg subcutaan,
namelijk verlichting van onbehandelbare symptomen waarna hij rustig overleed.
De huisarts verhoogde uiteindelijk de dosering midazo- Beschouwing
lam tot 6 mg/h subcutaan en levomepromazine tot 50 mg
2 dd subcutaan. De patiënt werd nog regelmatig wakker. Palliatieve sedatie
Op de 8e dag na aanvang van de sedatie overleed hij.
Palliatieve sedatie is het opzettelijk verlagen van het
Tijdens de nabespreking in het consultteam bleek dat de bewustzijn van een patiënt in de stervensfase ter verlich-
wijkverpleegkundigen veel moeite hadden met de indica- ting van het lijden. De criteria voor palliatieve continue
tiestelling voor continue diepe sedatie, omdat niet aan de sedatie zijn (a) aanwezigheid van 1 of meer ondraaglijke
voorwaarden was voldaan. Zij vonden dat de huisarts en onbehandelbare (dat wil zeggen refractaire) sympto-
zich in een onmogelijke positie had laten manoeuvreren.
men en (b) een geschatte levensverwachting van minder
dan 1-2 weken. De beoordeling of een symptoom refrac-
Patiënt B was een 47-jarige man met een longcarcinoom tair is en de inschatting van de levensverwachting blijken
die pijnklachten en dyspneu had. Hij verbleef in een hos- in de praktijk soms lastig. Daarom willen wij deze voor-
pice. Hij hoestte bloederig sputum op en was bang voor waarden voor continue sedatie nader toelichten.
een longbloeding met verstikking. De dyspneu en de pijn
in de thorax namen snel toe, 4 dagen voordat het consult- RefRactaiR symPtoom
team geraadpleegd werd. Er werd gedacht aan recidive- Of een symptoom refractair is, hangt af van de antwoor-
rende longembolieën. Patiënt had in het verleden den op de volgende vragen: (a) is het ondraaglijke symp-
nadroparine gekregen, maar dit was gestaakt vanwege toom behandelbaar?; (b) is de behandeling uitvoerbaar
hemoptoë. Om de klachten te verlichten was gestart met zonder onaanvaardbare bijwerkingen?; (c) leidt de behan-
morfine 1 mg/h subcutaan en midazolam 1 mg/h subcu- deling voldoende snel tot het gewenste effect? Indien het
taan (anxiolyse). Verder gebruikte patiënt fentanylpleis- antwoord op alle 3 vragen ‘nee’ is, dan is er sprake van
ter, fentanylneusspray, paracetamol, meloxicam, ami- een refractair symptoom. Dit is schematisch weergege-
triptyline, dexamethason en bronchusverwijders.
ven in de figuur. Wat betreft vraag (a), dienen reversibele
Het consultteam werd geraadpleegd in verband met acute oorzaken van het symptoom te worden uitgesloten en
dyspneu, pijn en radeloosheid. De symptomen waren dient het symptoom niet effectief behandelbaar met con-
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A3696
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A3696
ventionele methoden te zijn. Er is ruime kennis van pal- wordt. Palliatieve sedatie is een medische behandeling,
liatieve behandeling nodig om dat te concluderen.
waarvoor de arts de indicatie stelt; bij euthanasie is dit
De meest voorkomende refractaire symptomen waarbij essentieel anders. In deze klinische les gaven beide
voor sedatie gekozen wordt, zijn delier (57%), dyspneu patiënten aan sedatie te willen. Het heeft de voorkeur
palliatieve sedatie in het voortraject met patiënt te
In deze klinische les was bij beide patiënten sprake van bespreken en expliciet te benoemen dat de árts daarvoor
dyspneu. Patiënt A kreeg hiervoor alleen opioïden toege- de indicatie stelt.
diend alvorens er met sedatie werd begonnen. Patiënt B Bij patiënten die om sedatie vragen, bestaat er meestal
nam zowel opioïden als benzodiazepinen, glucocorticoï- een combinatie van somatisch en existentieel lijden. Het
den en vernevelingen met bronchusverwijders. Wellicht is belangrijk te achterhalen wat de wens van de patiënt is.
zouden deze behandelingen ook voor patiënt A nog Als die zo snel mogelijk wil overlijden, is palliatieve seda-
mogelijk zijn geweest in de fase voordat de huisarts toe- tie niet de manier om het proces te versnellen.
zeggingen over palliatieve sedatie had gedaan. PRoPoRtionele sedatie levensveRwachting
Bij voorlichting over palliatieve sedatie dient de arts de
Van de artsen heeft 29% wel eens problemen met het juiste verwachtingen te wekken. In de KNMG-richtlijn
inschatten van de levensverwachting.3 In de KNMG- staat dat het doel van palliatieve sedatie een zodanige
richtlijn ‘Palliatieve sedatie’ staan waarneembare ken- bewustzijnsdaling is dat voldoende symptoomverlichting
merken van de stervensfase: de patiënt is bedlegerig, bereikt wordt. Niet de mate van bewustzijnsdaling, maar
ernstig vermoeid, eet en drinkt nauwelijks, plast weinig, de mate van symptoomcontrole bepaalt dus de dosering.
kan de orale medicatie niet innemen en is vaak suf.1 Deze Bij patiënt A was de verwachting van de patiënt en zijn
veranderingen worden door verpleegkundigen en verzor- naasten dat hij diep gesedeerd zou zijn en niet meer wak-
gers vaak beter gezien dan door artsen. Door de patiënt ker zou worden. Het ontwaken kan dan op zichzelf al als
regelmatig te observeren wordt het gemakkelijker een lijden ervaren worden. Patiënt B en zijn naasten vonden
prognose te geven. Bij oncologische ziekten is het beloop het weer wakker worden juist prettig. Omdat de klachten
beter voorspelbaar dan bij ziekten als ALS, hartfalen of inmiddels draaglijk waren geworden, kon de dosering
COPD. Door complicaties, zoals een sepsis, ernstige midazolam bij hem verlaagd worden en was communica-
bloeding, inklemming van de hersenen of longembolie, tie weer mogelijk.
kan de patiënt acuut in de stervensfase komen.
Door van tevoren verschillende scenario’s te schetsen, inteRmitteRende sedatie
kan men bekijken of palliatieve sedatie een reële behan- Naast palliatieve continue sedatie bestaat er ook inter-
deloptie is. Deze scenario’s kan men gebruiken in mitterende sedatie. Het doel hiervan is tijdelijk rust te
gesprekken met de patiënt, de naasten en de verpleging, brengen. Dit kan plaatsvinden in de vorm van nachtelijke
en dat kan voorkómen dat men als behandelaar een sedatie of als time-out bij angstige, benauwde of delirante
patiënten. Bij intermitterende sedatie geldt wél de voor-
Bij beide patiënten waren de kenmerken van de stervens- waarde van een tijdelijk of langdurig refractair symp-
fase nog niet aanwezig. Bij patiënt A met COPD was de toom, maar niet de voorwaarde van de korte levens-
prognoseschatting moeilijk. Indien de huisarts vóór de verwachting. Ook intermitterende sedatie dient
start van de continue sedatie had gebeld met het consult- proportioneel te gebeuren. Wanneer intermitterende
team, was hij wellicht anders met de druk van de patiënt sedatie overgaat in continue sedatie, moet beoordeeld
en zijn naasten omgegaan. Hij had zich dan gesterkt worden of aan de 2 voorwaarden voor continue sedatie is
gevoeld door een negatief advies en ervaringen van het voldaan. Bij patiënt A was dit beslismoment al gepasseerd
consultteam over wat er kan gebeuren als er te vroeg toen het consultteam betrokken raakte.
wordt gestart. Toen patiënt B klachten van dyspneu
kreeg, leek hij versneld in de stervensfase te zijn geko- euthanasiewens
men. Daarop werd gestart met palliatieve sedatie. Zijn Bij ondraaglijk lijden in de stervensfase zijn euthanasie
levensduur bleek toch langer dan verwacht en omdat en palliatieve sedatie mogelijk. Wanneer de symptoom-
patiënt proportioneel gesedeerd werd, kon de dosering last zodanig is dat snel verlichting gewenst is, kan die niet
altijd bereikt worden zonder beïnvloeding van het
bewustzijn. De situatie van de patiënt kan zo snel ver-
misveRstand oveR de wens van de Patiënt
slechteren dat het afronden van een euthanasieprocedure
Het is een wijdverbreid misverstand, dat de patiënt zelf niet meer haalbaar is. Daarom dient vóór de start van
kan bepalen wanneer en hoe diep hij of zij gesedeerd sedatie aan de patiënt en de naasten duidelijk gemaakt te
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A3696
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A3696
▼ leeRPunten ▼ den. Bij patiënt A hebben de verpleegkundigen achteraf • Palliatieve zorg is multidisciplinaire zorg. Zeker bij de inschatting
hun twijfel bij de huisarts kenbaar gemaakt. van de levensverwachting is de inbreng van de verpleegkundige van belang. consultteam Palliatieve zoRg • Palliatieve sedatie is een medische behandeling waarvoor de arts
Alle professionals in Nederland hebben de mogelijkheid
de indicatie stelt. Het is dus geen keuzemogelijkheid voor de
tot consultatie van een consultteam Palliatieve zorg. Een
patiënt, zoals het geval is bij euthanasie.
consulent Palliatieve zorg heeft expertise in palliatieve
• De voorwaarden voor palliatieve continue sedatie zijn de
behandelmogelijkheden, mogelijke scenario’s en prog-
aanwezigheid van 1 of meer ondraaglijke en onbehandelbare
nostiek. Vroegtijdige consultatie heeft daarbij de voor-
(dat wil zeggen refractaire) symptomen én een geschatte levensverwachting van minder dan 2 weken.
Wanneer een consultvrager belt met vragen over een
• Voor de beoordeling of een symptoom refractair is, is ruime kennis
patiënt, gaat het vaak om een situatie waarin al diverse
van palliatieve behandelingen nodig.
stappen zijn gezet. Bij patiënt A was er bijvoorbeeld al
• Het doel van palliatieve sedatie is voldoende
veel gebeurd en waren er verwachtingen gewekt. Dit is
symptoomverlichting en niet bewustzijnsdaling.
een moeilijke positie voor een consulent die enerzijds
• Intermitterende sedatie kan worden omgezet in continue sedatie;
medisch zorgvuldig en volgens de richtlijn wil adviseren,
wel dient dan eerst te worden nagegaan of aan de voorwaarden is
maar anderzijds als taak heeft de consultvrager en de
voldaan.
patiënt te helpen. De consulent ziet de patiënt meestal
• Indien goede symptoomverlichting is bereikt, kan de sedatieve
niet zelf en moet afgaan op het geschetste beeld van de
medicatie soms worden afgebouwd.
behandelaar. Deze bepaalt overigens zelf of hij of zij de
De casus van patiënt B laat zien dat ook een hoge dose-
ring midazolam weer afgebouwd kan worden, zoals het
worden dat euthanasie daarna niet meer mogelijk is, ten- consultteam adviseerde. Dit vergt wel helderheid over
zij de hele euthanasieprocedure op de uitvoering na al is het doel van de medicamenteuze therapie, namelijk vol-
afgerond.6 Indien de mogelijkheden en beperkingen niet doende symptoomverlichting (proportionele sedatie).
helder en open van tevoren besproken worden, kan de
situatie ontstaan dat naasten tijdens sedatie om euthana- Dames en Heren, in deze klinische les hebben we u laten
sie vragen. Daarmee kunnen zij druk op hulpverleners zien dat het ingewikkeld is om de indicatie voor pallia-
tieve sedatie te stellen. Kennis van de KNMG-richtlijn
Patiënt B had de wens tot euthanasie gedurende de ern- ‘Palliatieve sedatie’ is noodzakelijk en multidisciplinair
stige dyspneu. Toen de dyspneu verminderde, was zijn overleg is belangrijk. De bespreking van de voorwaarden
euthanasieverzoek niet meer actueel.
voor en de doelstelling van palliatieve sedatie met de
patiënt en de naasten zijn een voorwaarde voor het wel-
communicatie en samenweRking
slagen van de sedatie. Vroegtijdige consultatie kan een
Bij de zorg voor een patiënt in de laatste fase zijn vrijwel verkeerde indicatie, een verkeerd startmoment, verkeerde
altijd meerdere disciplines betrokken. Verpleegkundigen beloften en verkeerde doseringen voorkómen.
hebben doorgaans andere kennis en expertise, waardoor
zij belangrijke bijdragen kunnen leveren aan het stellen Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
van de indicatie tot palliatieve sedatie. Zij kunnen mee-
denken of aan de voorwaarden is voldaan. Een goede Aanvaard op 27 november 2011
schriftelijke rapportage over de besluitvorming en wat
besproken is met de patiënt en de naasten over het doel Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A3696
van sedatie is essentieel voor goede samenwerking, zorg
en begeleiding.7 Het verdient aanbeveling vóór de start ●
> Meer op www.ntvg.nl/klinischepraktijk
van palliatieve sedatie multidisciplinair overleg te hou-
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A3696
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A3696 liteRatuuR
KNMG-richtlijn Palliatieve sedatie. Utrecht: KNMG; 2009.
Verhagen EH, Graeff A de, Verhagen CAHHVM, Hesselman GM, Wijlick
2 Heide A van der, Onwuteaka-Philipsen BD, Rurup ML, Buiting HM,
WHJ van. Richtlijn Pal iatieve sedatie, versie 2.0. In: Graeff A de, Bommel
Delden JJM van, Hanssen-de Wolf JE, et al. Medische beslissingen rond
JMP van, Deijck RHPD van, et al., redactie. Palliatieve zorg. Richtlijnen
het levenseinde in Nederland na de inwerkingtreding van de
voor de praktijk. 1e dr. Utrecht: Vereniging van Integrale Kankercentra;
Euthanasiewet; vierde landelijke onderzoek. Ned Tijdschr Geneeskd
6 KNMG-richtlijn Euthanasie bij een verlaagd bewustzijn. Utrecht: KNMG;
Swart SJ, Rietjens JAC, Brinkkemper T, Zuylen L van, Burg-Verhage WA
van, Zuurmond WWA, et al. Palliatieve sedatie na introductie KNMG-
7 Checklist pal iatieve sedatie voor arts en verpleegkundige, bijlage 24. In:
richtlijn. Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A2857.
Graeff A de, Bommel JMP van, Deijck RHPD van, et al., redactie.
4 Graeff A de, Jobse AP, Verhagen EH, Mooonen AAJ. De rol van
Pal iatieve zorg. Richtlijnen voor de praktijk, 1e dr. Utrecht: Vereniging
consultatie bij palliatieve sedatie in de regio Midden-Nederland. Ned
van Integrale Kankercentra; 2010:837-8.
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A3696
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A3696
Donor Qualification Guide This guide is intended to assist in pre-screening prospective blood donors. Please refer other health questions to our Blood Collection Staff prior to registering, call Heartland Blood Centers at (630) 892-7055 or visit the Heartland Blood Centers website at: for information. General The donor must be in good health and feeling well. Age At least 17 years